maandag 29 september 2014

kort dag gedicht 7: Johan Gustaaf Danser (1893-1920)


De jonggestorvene
 
Gij moest zoo vroeg van deze wereld scheiden
die gij bemindet schoon haar smaad u sloeg,
van al de droomen die uw jong verblijden
nog ongerept en woordloos in zich droeg.
 
En toch toen dood u 't koele bed kwam spreiden
spraakt gij geen woord dat om een troostwoord vroeg, -
bereid als een die lang en schoon mocht strijden
zeidet gij zacht: ‘Weent niet, het was genoeg.’
 
Gij wist: - wij zwerven door dit vreemde leven
bij vreugdes dag, bij droefheids duistren nacht,
zoekend het woud waar liefdes klanken beven;
 
maar eens vermoeid van aller dingen pracht
vinden wij wat ons streven is gebléven:
stiltes vallei daar 't vredig is en zacht.
 
© Johan Gustaaf Danser - uit:  Ontmoetingen (1917)

donderdag 25 september 2014

kort dag gedicht 5 : Joan Helen Zéguers (1945-1968)



Kind

Achter jouw ogen is de wereld van glas.
Niet hard, breekbaar, maar als tinkelende klokjes.

In de Chinese pagode loop je op sokjes,
want stel eens dat je iets vuilmaken zult.

Dat jij alleen daar in en uit kunt gaan
ons er niet begrijpt en ook niet naast je duldt.


© Joan Helen Zëguers 1964

woensdag 24 september 2014

kort dag gedicht 4 : David Koker (1921-1944)

 
Liedje van het bitter eind. Rondeel

Een somber lot is ons beschoren
verveling tot het bitter eind
wanneer de laatste man als gore
rookwolk door de pijp verdwijnt

Mijn verzen gaan als rook verloren
toch heb ik nog tezaamgerijmd
maar 'k weet niet of je 't ooit zult horen
een liedje van het bitter eind

De rook verwaait en laat geen sporen
ik houd me niet meer overeind
't is beter dat je van te voren
als rookwolk door een pijp verdwijnt
dan die verveling jaren door en
tot slot nog zo een bitter eind.

© David Koker

Nieuwe aanwinsten kort dag bibliotheek

 
 


 


maandag 22 september 2014

Documentaire over Keith Douglas


Enkele jaren geleden schreef ik op dit blog een stuk over de Engelse War poet uit de tweede wereldoorlog Keith Douglas (1920-1944). Vandaag kwam ik over hem een interessante documentaire tegen die ik u niet wil onthouden.


kort dag gedicht 3: Huibrecht Haenen (1873-1908)

 

Zomernacht.

Allengs verzwakt, versterft de schemerklaarte,
Die alles toetst met bleeke, blauwe tint;
Het avondduister zijpelt door 't geblaarte;
De verte weifelt, grijst en grauwt, verzwindt.
 
Een kwijnend rood doorstreept, karmijnt de kimmen,
Als waar 't de weerglans van verwijderd vuur;
De zonnegoudklomp, bij het laatste glimmen,
Versmolt daar in den kroes van 't luchtazuur.
 
Nu dalen donkre draperijen neder
Van fijngesponnen draden, licht als zij,
Die, zwevend, al omwikklen, lijze en teeder,
Die sleepen langs het bruine gras der wei.
 
Hier staan, met loofwerk als uit brons gehouwen,
De boomen, torschend hunne trotsche macht;
Daar zijn het massas, die onvatbaar grauwen,
Of schimmen ginds, wegzwijmlend in den nacht.
 
In 't donker loopt de breede baan verloren.
Gelijk een vlakten, eindloos uitgebreid,
Deint langzaam weg het hooggewassen koren,
Dat men betreden zou door 't oog misleid.
 
Het westen okert nog; na luttel stonden
Wordt alles in den ether uitgewischt.
Doorzichtig floers houdt bosch en veld omwonden,
Zij sluimren zacht, door koeltjes opgefrischt.
 
Daar heldert ginds de donzen hemel, dauwend
Van parelemoer. 't Rivierken kronkelt voort
En mengt zijn inkt met golfgewel, blank-blauwend;
De wilgen dommlen, droomen aan zijn boord.
 
Het alles zwijgt een zwijgen, diep en treffend,
Een zwijgen, dat de ziele spreken doet,
Als of zij, uit haar zelve zich verheffend,
Zich aan heur zelf veropenbaren moet.
 
De stilte kan men met de handen grijpen;
Zij nadert, looze sluipt ze voort, ze omvat;
Gij voelt haar armen zacht, heel zachtjes nijpen;
Zij lost u weer en strijkt langs bloem en blad.
 
Door 't luchtmysterie wuiven harmonieën,
Als ruischte stil 't verkreukend nachtgewaad,
Als suisden stemmen toovermelodieën,
Die slechts de ziel bij zomernacht verstaat.
 
Gesluierd is 't azuur, waar starren weemlen:
Dwaallichtjes in de vlakten van de lucht.
Den geest, naar 't verre, waar geheimen scheemlen,
Ontvliên gedachten en aan 't hart een zucht.
 
© Huibrecht Haenen 1898

zaterdag 20 september 2014

een kort dag versje van Tine van Berken (pseud. van Anna Christina Berkhout 1870-1899)

 

De Vogelverschrikker.

 
Daar stond een mannetjen in het veld.
't Was met dat heertje zoo slecht gesteld!
Hij droeg een zijden hoog hoedjen, maar,
Dat viel aan flarden haast uit elkaar.
 
Zijn dikke duftelsche winterjas,
Die kwam in 't zonnetje goed te pas,
't Was jammer dat er een mouw ontbrak,
Waardoor zijn mager bloot armpje stak.
 
En kreeg hij 't ál te benauwd in 't gras,
Veel gaten zaten er in zijn jas,
Daar speelde lustig de wind doorheen,
Dan frischte hij weer eens op meteen.
 
Zijn pantalon had hij per abuis
Vergeten, zeker was die nog thuis,
Maar verder was hij dan ook zoo net
Dat op zoo'n kleinigheid niemand let.
 
Toen Mien den vogelverschrikker zag,
Toen schoot ze hartelijk in een lach,
Maar kleine Pop was er zóó van ontsteld,
Ze beefde en huilde en wou nooit weer naar 't veld.


uit: Krullebolletjes, 1896

vrijdag 19 september 2014

kort dag gedicht 2 : Vincent Weyand (1921-1945)



Wil dit mijn kind wel weten
Hoeveler dingen nabestaan
Zoo ras is toch vergeten
Zoo ras te niet gedaan

Die met het zonlicht rezen
En daalden met de maan
Die als een vlinder leefden
Om 's avonds te vergaan

Zij waren zelden dezen
En zeldener is hun naam
Zij zijn als godenschreden
Geruischloos langsgegaan

© Vincent Weyand

dinsdag 16 september 2014

kort dag gedicht 1 - Reina Prinsen Geerligs (1922-1943)



Ik sta hier in het midden der ellende
mijn handen en mijn voeten als van lood
zie daar om gindse hoek begint reeds de dood
mijn God, waarom ben ik verlaten
opdat je beter zult gaan, opdat je beter zult verstaan
wat het wil zeggen mens te zijn

© Reina Prinsen Geerligs

Herstart

Terwijl ik eindelijk de draad weer eens heb opgepakt en achter de schermen druk bezig ben om in ieder geval mijn bestand met betrekking tot de jonggestorven Nederlandstalige (waarbij ik voor het gemak ook de streektalen en het Afrikaans heb meegenomen) dichters van de 16e eeuw tot nu uit te breiden (gespecificeerde overzichtslijsten zullen hier ten zijner tijd geplaatst en bijgewerkt worden) en te verdiepen met meer info, gedichten, genealogische sprokkelingen etc. is het ook de bedoeling dat hier weer regelmatig gepost gaat worden.

Om de in de toekomst te plaatsen  bio's (zowel ge update als nieuw) zo volledig mogelijk te laten zijn zullen die dus nog even op zich laten wachten, maar in de tussentijd zal er in ieder geval wekelijks één kort dag gedicht geplaatst worden, afgewisseld met korte gerelateerde berichtgevingen en columnachtige schrijfsels. Waarvan akte.