donderdag 27 maart 2014

Emile van der Borch van Verwolde, Nederland (1910-1943)


Emile van der Borch van Verwolde werd geboren op 17 mei 1910 als zoon van Burgemeester Willem Henrik Emile baron van der Borch van Verwolde & Liné van der Borch van Verwolde Vouté te Gorssel (Het gezin woonde op het landgoed Huis Verwolde in Laren - Gelderland)

Van der Borch volgde het Christelijk lyceum te Zutphen. In 1924-25 verbleef hij, wegens een longaandoening, in een Zwitsers sanatorium waar hij een Franstalig lyceum kon bezoeken. Na terugkeer naar Nederland vervolgde hij het Christelijk lyceum te Zeist : in 1929 behaalde hij het gymnasium A-examen.

Hij studeerde rechten te Leiden & Groningen, was medewerker aan het literair tijdschrift "Groot Nederland" (bijdrage : "zeven verzen voor mijn broer Paul" 1937) & het Leids studentenblad "Virtus Concordia Fides" (bijdragen bestonden uit gedichten, verhalen, essays & boekbesprekingen). Zijn officiële debuut was het gedicht Sonnet dat gepubliceerd werd in het poëzietijdschrift Helikon in 1931)

Daarnaast stond hij bekend als een groot boekenliefhebber, die onder andere verschillende bibliofiele uitgaven verzorgde, in samenwerking met uitgever Stols en graficus John Buckland Wright, waarmee hij in de jaren 1932-'33 te Parijs begonnen was. Hieronder bevond zich onder andere werk van Rimbaud, Apollinaire & Swinburne. Hierna werkte hij op vrijwillige basis als zetter bij Stols in Maastricht.

In 1935 pakte hij in Groningen zijn studie weer op en in 1940 studeerde hij cum laude af.

In de oorlog was hij actief als verzetsstrijder, maar als lid van de inlichtingendienst werd hij echter verraden en op 11 juni1942 gearresteerd. Op 20 juli 1943 werd hij met negentien anderen op de Leusderheide gefusilleerd. In 1985 werd hem postuum het verzetsherdenkingskruis verleend. Op het landgoed verwolde staat achter in de tuin een gedenksteen ter nagedachtenis van van der Borch.

Gedichten van Emile verschenen na de oorlog in: Aux frais dún amateur. Emile Baron van der Borch van Verwolde en het boek" van C. van Dijk & in Verzamelde poëzie, Verwolde 1979.

De Wanhopige

Er is geen mens zover als ik gegaan
op deze weg van zoden en van stenen, -
ik heb met alles wat voorbij is afgedaan,
nu ben ik eindelijk met mij zelf alleen en
kan niet verder.

De haven ligt verdronken in de nacht,
het water droomt onder de bruggebogen
van een verzonken en verzwegen vracht,
en in het donker zie ik vrouwenogen, -
maar dit is niets.

Thuis bloeien anemonen in het gras
tegen de berk aan, voor de zon geborgen,
en ik hoor stemmen en een hond die blaft
tegen zijn baas, en wacht het 'goedemorgen',-
het is voorbij.

Ik voel geen medelijden noch verzet
voor hen die deze reis nog nooit begonnen,
maar zich te ruste leggen in het veilige bed
van gewaardeerde deugd en gewaardeerde zonde, -
want zij zijn dood.

© Emile van der Borch van Verwolde

Bronnen: Bart FM Droog (Poëziemarathon) Wikipedia & Huis Verwolde

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Een kleine opmerking over de tekst:
"uitgevers Stols en graveur John Buckland,"
zou vervangen moeten worden door:
"uitgever Stols en graficus John Buckland Wright,".

Groeten, Sander Stols

Jürgen Smit zei

waarvan akte