dinsdag 20 augustus 2013

Koos van Rijckevorsel, Nederland (1896 - 1918)



Kwam vandaag in het bezit van de in 1919 bij de Zuid Nederlandse drukkerij te 's Hertogenbosch verschenen bundel Klanken van het Brabantsche land van Koos van Rijckevorsel met gedichten die hij schreef tussen zijn zestiende en achttiende jaar (november 1912 - februari 1914).

Het korte voorwoord van zijn vader op 4 januari 1919 met de zinsnede "Thans jub'lend in der engelenrij" deed in ieder geval vermoeden dat we hier te maken hadden met een jong gestorven dichter, maar meer dan dat gaf de bundel niet prijs.

Na enig genealogisch onderzoek inmiddels weer iets verder gekomen.

Koos werd op 4 maart 1896 te Vught geboren als Jacobus Johannes Maria van Rijckevorsel. Waarschijnlijk zou hij het laatste kind binnen het gezin blijken, aangezien zijn ouders Aloijsius MJT van Rijckevorsel (wijnhandelaar) & Theresia Maria Bonnike (die op 16 april 1874 te Amsterdam in het huwelijk traden) beide al halverwege de veertig waren bij zijn geboorte.

Hij overleed op 7 november 1918 te Roermond 22 jaar oud.

Meeuwen

Lui zijn de puntige vlerken aan 't wuiven:
De lijven ze zwenken steeds heen ende weer:
Zacht zucht de wind door de donkere kuiven:
De zonglans licht wit op hun kleedje van veer.

Ik zie hoe ze wankelend zweven en schuiven,
Vlak boven 't spatten van 't grijsgrauwe meer:
Ze krijschen en wild door elkander heen, ze stuiven
En zijgen, heel zacht, op het watervlak neer.

Dan schomm'len ze rustig en laten zich wiegen
Op 't deinend gewentel der klotsende baren,
Als dobb'rende pinken, die huizewaarts varen.

En na dat gedans zie 'k ze spelend weer vliegen,
Omhoog en omlaag zonder poozen of rusten,
Hoog boven zee, boven duinen en kusten.

18 december 1912 - 16 jaar

Benieuwd of ik nog meer boven water kan krijgen van deze van Rijckevorsel, gedichten tussen februari 1914 en november 1918 zouden bijvoorbeeld mooi zijn, verblijf ik.


Geen opmerkingen: