dinsdag 24 maart 2009

Nadia Anjuman (1980 - 2005)



Nadia Anjuman werd geboren in 1980 in Herat, Afghhanistan. alwaar ze ook de middelbare school doorliep. Op het moment dat ze stierf studeerde ze als derdejaars literatuur aan de universiteit van Herat.

In 2005 publiceerde ze haar debuutbundel "Gul-e-dodi" (Donker rode bloem), welk al snel populair zou worden in zowel Afghanistan als het aangrenzende Iran.

Kort daarna, op 4 november 2005 werd ze dood aangetroffen in haar huis in Herat. Haar man heeft altijd volgehouden dat hij haar gedurende een ruzie enkel een tik verkocht had, waarna ze zichzelf het leven zou hebben ontnomen door inname van vergif. De waarheid zal wel nooit boven tafel komen, aangezien de familie tegen autopsie was, en de verkaringen van de betrokkenen elkander nogal tegenspreken. Maar het feit dat zij dichteres was (over liefde en schoonheid schreef) en zich nogal sterk uitsprak over de zwakke positie van de vrouw in de Afghaanse samenleving, worden toch wel gezien als een belangrijke bron tot schaamte binnen de familie, die uiteindelijk tot haar dood zou leiden.

Ghazal

From this cup of my lips comes a song;
It captures my singing soul, my song.

That in my words is the meaning of ecstasy,
That dies my happiness into grief, my song.

If you see that my eyes say a word,
Then take it as my forgetfulness, my song.

Do not ask of love, O it tells me of you;
My words of love speak of death, my song.

His hope, like flowers, I desire.
No drop of my eyes is enough, my song.

The daughter of this place sings qasida, a ghazal,
But what spoils her strange verses, my song?

O the gardener does not understand, my hapiness;
O do not ask for many looks of my youth, my song.

From these hands, these feet and words, it looks strange
That my name is written on the slate of this age, my song.

© Nadia Anjuman
vertaald door Khizra Aslam

(dit artikel zal terzijnertijd nog verder uitgebreid worden)